Na de breuk met Charles Deutsch besluit Rene Bonnet een nieuwe Franse sportwagen te bouwen. Als basis worden Renault componenten gebruikt en samen met Jacques Hubert wordt de Renne Bonnet Djet ontworpen.
Het zou de eerste auto met middenmotor en polyester carrosserie die in een serieproductie gebouwd zou gaan worden.
De opbouw van de Djet, die in 1962 werd geïntroduceerd, vertoonde op enkele punten een onmiskenbare verwantschap met de racewagen die dat jaar tijdens de lange afstandsraces door Bonnet werd ingezet. Daarnaast was het ook de eerste serieproductie auto met middenmotor en polyester carrosserie.
Het polyester werd door Matra vervaardigd en geleverd. Vandaar ook de verwantschap met Bonnet en de overname in 1964 door Matra.
Het basis principe van de Djet werd ondanks de overname van Matra voor een groot gedeelte in stand gehouden. Zo werd de oorspronkelijke lijn behouden maar werd de achterzijde van de carrosserie verlengd om zo meer bagage ruimte te creëren en werd de stroomlijn nog net iets beter. De Djets werden voorzien met Gordini motoren en er werden 2 versies aangeboden, de Djet V en de Djet V S.
In 1965 kwam de laatste verwijzing naar Bonnet te vervallen en Djet ging verder onder de naam Matra Sports Djet 5. Wederom kleine aanpassingen aan het uiterlijk van de Djet..
In het laatste productie jaar, 1967, kreeg de Djet wederom een naamswijziging echter werden er geen ontwerp wijzigingen toegepast.
De Djet werd voortaan Jet genoemd en er werd een nog snellere model geleverd, namelijk de Jet 6.